'Kunstmest en een gezonde plant is een onmogelijke combinatie' |
|
|
|
|
| 301 sec |
Geenkeeper of the Year-genomineerde Lee Lennox leert, analyseert en streeft naar 100 procent ecologisch beheer
Het maaivolume bijhouden om de groei van het gras beter te kunnen begrijpen en managen, kennis vergaren van de bodem, het bodemleven en de symbiose met de grasplant - Lee Lennox, hoofdgreenkeeper van Golfbaan Stippelberg vindt elk aspect van zijn werk fantastisch. Daarnaast wordt hij geboeid door de complexiteit en tegelijkertijd de eenvoud van de natuur. 'De plant weet uiteindelijk zelf het beste wat hij nodig heeft.'
|
In de gemeente Gemert-Bakel ligt Golfbaan Stippelberg op een terrein van zo'n 90 hectare. De baan heeft 27 holes en bestaat uit de championship course, een 18-holesgolfbaan en de executive course 9 holes. Hoofdgreenkeeper bij deze Brabantse golfbaan is de Schotse Lee Lennox. Toen de nu 35-jarige Lennox van school kwam, wist hij eigenlijk alleen dat hij buiten en met dieren wilde werken. Na een paar jaar op boerderijen en in een safaripark attendeerde een familielid hem op een stageplek bij de golfbaan. 'Greenkeeper? Ik had geen idee wat dat was', lacht Lennox. 'Mijn hele leven speelde ik al golf, zoals zo'n beetje iedereen in Schotland, maar ik had nog nooit van greenkeeping gehoord.' Hij werd aangenomen en hield direct van het werk. Buiten zijn, de baan creatief vormgeven, bezig zijn met en in de natuur, het past hem als een handschoen. Na drie jaar rondde Lennox de opleiding af. Omdat de golfclub hem niet kon bieden wat hij wilde, kwam hij na enige rondzwervingen in 2011 in Nederland terecht, waar hij voor De Enk Groen & Golf aan de slag ging als greenkeeper bij De Turfvaert. In 2017 werd Lennox daar hoofdgreenkeeper. Twee jaar geleden maakte hij de overstap naar Golfbaan Stippelberg. Zijn enthousiasme voor het vak is in die jaren alleen maar groter geworden.
|
'Dankzij het inzicht dat ik krijg door het clipvolume te meten, kon ik mijn input van kunstmest aanzienlijk terugbrengen'
| |
|
Inzicht door clipvolume
In 2020 begon Lennox met het meten van het clipvolume in liters na het grass clipping, het maaien. Dit geeft hem inzicht in het aantal milliliters per vierkante meter dat het gras per dag groeit. 'Ik begrijp nu beter hoe gras groeit, wanneer het wil groeien en wanneer niet, wat de groeipatronen zijn en hoe het met de gezondheid van de plant staat', legt hij uit. 'Toen ik ervan hoorde, leek het mij onzinnig. Maar toen ik er toch mee aan de slag ging, leverde dit mij verrassend veel informatie op. Ik zie exact hoeveel het gras groeit, ook zonder dat er voeding is toegevoegd, en dat het gras soms ineens weer opkomt wanneer je denkt dat het stilstaat. Dankzij het inzicht dat ik krijg door het clipvolume te meten, heb ik mijn input van kunstmest aanzienlijk terug kunnen brengen. Daardoor is ook onze werkdruk lager en bereiken we met minder moeite de gewenste of zelfs een betere kwaliteit van de speeloppervlakken.'
|
'Onze werkdruk is door het meten van het clipvolume veel lager geworden'
| |
|
Eureka!
De toegevoegde waarde van het bijhouden van het clipvolume werd zichtbaar tijdens de coronalockdowns, toen golfclubs drukbezocht werden, ook in de winter. 'We hadden dat jaar geen winterweer. Het was droog en het weer was goed, maar toch zo koud dat er niets groeide. Het jaar daarvoor was ik begonnen met het meten van het clipvolume. Door het goede weer hadden we bijna net zo'n hoge bezettingsgraad als in de zomer, maar het gras bleef ondanks die bezetting in goede staat. Mijn conclusie was dat ik ook in het groeiseizoen kon proberen minder groei te realiseren. Dit zou betekenen dat er minder onderhoud en kunstmest nodig is en dat het gras minder gestrest raakt. Tegelijkertijd wordt het eenvoudiger om de speelkwaliteit te bereiken. Mijn doel werd om de dunne scheidslijn te vinden tussen groei en herstel. Dat was wel een eurekamoment en daar heb ik veel van geleerd: voor greens van goede kwaliteit moet ik minder onderhoud uitvoeren.'
Het team
Lennox geeft leiding aan een klein team. 'Fijne mannen om mee te werken. Ik denk dat ik een vrij relaxte manager ben. Ik wil namelijk een minimale input voor een maximaal resultaat en zo min mogelijk stress. Volgens mij wordt er in ons vak veel onnodig hard gewerkt. Mensen creëren zoveel werk voor zichzelf dat helemaal niet nodig is. Ook op deze baan werd er bijna dagelijks gemaaid. Doordat ik het clipvolume meet, weet ik wat het groeipotentieel van mijn gras is. Ik ben nu meer in control als het gaat om het toedienen van kunstmest, en we hebben het maaien teruggebracht naar twee- tot driemaal per week. Met hetzelfde, zo niet een beter resultaat voor de sport.'
|
'De werking van de natuur is complex en eenvoudig tegelijkertijd. En enorm boeiend en leerzaam'
| |
|
Lennox geeft uitleg over zijn aanpak aan zijn teamleden, met als doel hun kennis over bijvoorbeeld de bodem te verbeteren. 'Veel mensen zijn gewend om met kunstmest en overbemesting te werken, het tegenovergestelde van mijn methoden en overtuigingen. Pas aan het einde van het jaar kwam een van de medewerkers, die gewend was op de ouderwetse manier te werken met kunstmest, naar mij toe; hij gaf toe dat hij het niet begreep! Er werd heel weinig voedsel aangevoerd, maar het gras groeide nog steeds en zag er gezond uit! Ik probeer duidelijk te maken dat ik energie stop in het bodemleven en dat de resultaten terug te zien zijn in het gras.'
Kennis leidt tot visie
Lennox verdiept en verbreedt zijn kennis. Op zijn boekenlijst staan boeken over greenkeeping, maar ook over de bodem, schimmels, microben, tuinieren en onkruid. Daarnaast beluistert hij talloze podcasts over deze thema's en legt hij data vast die hij tijdens zijn werk op Golfbaan Stippelberg vergaart. Helpen deze hem bij het vaststellen van een visie op het werk en de golfbaan? 'Toen ik begon met greenkeeping, in Schotland, leerde ik over de basis. Toen dacht ik dat het maaien van mooie strakke banen het allerbelangrijkste in mijn werk was. Daar werd ik ook voor gecomplimenteerd. Bij De Turfvaert werkte ik voor hoofdgreenkeeper William Boogaarts, die een paar jaar geleden Greenkeeper of the Year was, en zijn assistent Andrew Knot, die vorig jaar genomineerd was en een goede vriend is. In die jaren heb ik enorm veel geleerd en ik heb veel respect voor hen. Ik kwam in aanraking met de Nederlandse aanpak van data verzamelen en begreep dat dit belangrijk was. Ik implementeerde dit in mijn werk. Van Andrew leerde ik ook veel, vooral over een natuurlijke, biologische aanpak. Vervolgens werd ik zelf hoofdgreenkeeper. Ik had al die kennis opgedaan, over nutriënten, data en prestaties, en ik ging aan de slag, ook met kunstmeststoffen. Gaandeweg vond ik mijn eigen weg en kreeg ik interesse in ecologie, planten, dieren en de bodem en de manier waarop deze in interactie samenleven. Ik vraag me voortdurend af waarom er gebeurt wat er gebeurt, de ecologie van gras, van bodemleven, van micro-organismen. Zo is gaandeweg mijn visie op het baanonderhoud gevormd. Wanneer ik uitgeleerd ben? Misschien wel nooit!'
Laat de plant zijn natuurlijke werk doen
'Ik begrijp niet waarom mensen nog niet-organische mest gebruiken', stelt Lennox. 'Kunstmest vernietigt het bodemleven. De helft van de bodembacteriën gaat dood door kunstmest en de nodige schimmels verdwijnen, waardoor er een disbalans in de bodem ontstaat. Je moet je realiseren dat de plant uiteindelijk zelf het beste weet wat hij nodig heeft. Het is zo complex, en tegelijkertijd is het zo eenvoudig. Laat de plant gewoon zijn werk doen. Dat gaat ook op voor onkruidbestrijding. Een onkruidplant is een pionier. Als de bodem gezond is met een goede schimmel-bacterieverhouding, zie je geen onkruid. Wat mij betreft, staan kunstmest en gezonde planten haaks op elkaar. Als alles in balans is, gaat het goed. Maar je moet wellicht wel iets doen om die balans te creëren: monsters nemen, onderzoeken, data verzamelen en soms bacteriën toevoegen.'
|
'Ik begrijp niet waarom mensen nog kunstmest gebruiken'
| |
|
Deze zomer heeft op Golfbaan Stippelberg een internationaal golftoernooi plaatsgevonden, The ProGolf Tour. Lennox verzorgde de baan in de aanloop naar het toernooi met min of meer de gebruikelijke teamgrootte. 'Dat kan, doordat ik het gras het hele jaar door vrij eenvoudig in topconditie houd. Neem bijvoorbeeld het maaivolume; dat is gemiddeld onder de 10 millimeter per vierkante meter. Ik ken golfbanen waar viermaal zoveel wordt afgehaald. Meer groei, meer werk, en nóg voeden ze het gras! Een ander thema is droogte. Als het bodemleven gezond is en de planten dus ook, kunnen ze droogte veel beter aan. Schimmels en bacteriën helpen de plant om water uit de grond te halen. Valt er heel veel regenwater, dan heb je dezelfde voordelen: bacteriën creëren microaggregaten en schimmels kunnen zich verenigen om macroaggregaten te maken voor een betere waterinfiltratie. Het bodemvoedselweb dat de plant helpt om efficiënte voedingsstoffen (micro-organismen en schimmels) op te nemen, wordt bij regen niet uit de bodem weggespoeld, in tegenstelling tot anorganische meststoffen.' Het mag duidelijk zijn, Lennox' ambitie is dat Golfbaan Stippelberg een volledig biologisch onderhouden golfbaan wordt. 'Het hele ecosysteem, hoe het werkt en hoe dat samenkomt in een golfbaan, dat is zo interessant. Het wordt ook steeds belangrijker; we kunnen nog zoveel leren. Ik heb prachtig werk.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|