Gemeente Den Haag wint kort geding tegen De Ridder |
|
|
|
 |
| 53 sec |
Het gebeurt niet zo vaak dat een kort geding wordt gehouden over de aanbesteding van een golfbaan. De aanbesteding van Golfbaan Leeuwenberg in opdracht van gemeente Den Haag is daarop een uitzondering.
Doel van de aanbesteding was het herinrichten van een deel van terrein van Leeuwenberg door de aanleg van een tunnelmond van de Rotterdams Baan. Een van de eisen die de Den Haag stelde voor de gunning was dat de aannemer in kwestie naast de economisch meest voordelige aanbieding ook over voldoende kennis en ervaring zou hebben om het werk uit te voeren. De referentieprojecten mochten daarbij niet ouder dan vijf jaar zijn. Over dit laatste aspect ging het kort geding tussen Oosthoek, die het werk op basis va de laagste prijs was gegund en de firma De Ridder, die de een na laagste prijs had afgegeven. De Ridder was van menig dat het referentieproject dat Oosthoek had opgegeven ouder was dan vijf jaar. De Ridder zou zich volgens de uitspraak van het gerechtshof alleen baseren op het bouwbord en de oorspronkelijk besteksaanvraag van de referentieproject in kwestie: Golfbaan Delfland. Een brief van het management van Delfland was daarbij leidend. Hieruit zou blijken dat de baan korter dan vijf jaar geleden is ingezaaid. De Ridder is veroordeeld tot het betalen van de kosten voor zowel Oosthoek als de gemeente. Frabk de Ridder, directeur van J. de Ridder bv: 'Uiteraard hebben wij een verschil van inzicht over de zaak, maar wij respecteren de uitspraak van de rechter en wensen de firma Oosthoek en golfbaan Leeuwenbergh een mooi werk toe.'
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|