Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Ondersteuning in de transitie

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Chris Veldkamp, maandag 1 oktober 2018
675 sec


Nieuw team Duurzaam beheer & Agronomie bij de NGF

Iedere greenkeeper kent de namen Niels Dokkuma en Koert Donkers. Zij werken op de NGF-afdeling Duurzaam beheer & Agronomie. Maar wat is hun precieze rol en wat is het doel van de afdeling? Een interview over de Green Deal en de overgang naar duurzaam beheer met agronoom Niels Dokkuma, manager van de afdeling, en Koert Donkers, adviseur. Koert is oud-hoofdgreenkeeper van Golfbaan Princenbosch, oud-voorzitter van de NGA en voormalig Greenkeeper of the Year.








Niels, jij bent sinds 2015 in dienst bij de NGF, en Koert, jij werkt er sinds mei van dit jaar. Waarom heeft de NGF jullie in dienst genomen, wat is jullie taak?
Niels Dokkuma: 'Wij zijn er ter ondersteuning van de ontwikkeling van duurzaam beheer in de golfsector, voor de golfclubs en -banen. Dat zijn naast besturen en commissies ook de mensen die er werken zoals managers en greenkeepers. Wij proberen dit op nationaal niveau te ontwikkelen door een samenwerking met de NGA, NVG, PGA en Vereniging van Golfclub Managers.'

Koert Donkers: 'In Nederland zitten we op het gebied van golfbaanonderhoud in een transitie. Dat heeft effect op hoe een baan eruitziet. Onze rol is om de greenkeepers, baancommissies en managers te ondersteunen in deze transitie. De greenkeepers weten veelal waar we in het kader van de Green Deal Sportvelden naartoe gaan en hoe het moet, maar zij moeten de boodschap ook bij het management krijgen. Daarbij kunnen we ze ondersteunen. Het management uitleggen dat de banen er weliswaar anders gaan uitzien, maar niet van mindere kwaliteit zijn en dat dit niet betekent dat hun greenkeepers niet goed bezig zijn. Nee, de greenkeepers zijn juist heel goed bezig, omdat ze op termijn op duurzame wijze kwaliteit gaan leveren.'

Op de website van de NGF is te lezen dat jullie afdeling twee doelstellingen heeft: 'GEO-certificering, met als doel tweehonderd GEO-banen in 2020' en het 'succesvol implementeren van de Green Deal Sportvelden met als resultaat een drastische afname van pesticidegebruik tot aan nul'.
Dokkuma: 'Om dat duidelijker te maken moeten we even terug in de tijd. Vroeger had je de Commissie Greenkeeping, daarna kwam de Commissie Duurzaam! Golf en intussen is er ook een werkgroep Public Affairs gekomen. De rode lijn is dat het NGF-bestuur en de commissies strategisch voorwerk doen waarbij wij als deskundigen advies geven en de doelstellingen tot uitvoering brengen. Wij gaan langs de banen om het te implementeren. Toen de Commissie Duurzaam! Golf rond 2010 ontstond, was nog niet bekend dat er een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zou komen. Maar iets verder terug, rond het jaar 2000, werd de Kaderrichtlijn Water van kracht, een Europese richtlijn die voorschreef dat de waterkwaliteit van Europese wateren vanaf 2024 aan bepaalde normen moet voldoen. Er gingen toen al alarmbelletjes af. Duurzaamheid is daarom al heel lang een thema en wordt steeds concreter. Sinds 2013, bij de eerste concrete signalen voor sport, neemt golf ook zijn verantwoordelijkheid.'

Hoe is de verdeling van taken tussen jullie twee?
Dokkuma: 'Na het vertrek van Joris Slooten heb ik zijn taken deels overgenomen en we hebben de afdeling iets anders ingericht. We zijn op zoek gegaan naar versterking. Dat is Koert geworden, die dertien jaar hoofdgreenkeeper is geweest. We verdelen de werkzaamheden duurzaam beheer en agronomie onderling.'

Hoe ziet een werkjaar er voor jullie uit?
Donkers: 'Ik ben vooral druk met het bezoeken van golfbanen. Daarnaast steken we veel tijd in bijeenkomsten zoals seminars en symposia.' Dokkuma: 'Ik bezoek ook veel banen en we besteden daarnaast ook veel tijd aan het ontwikkelen van inhoud voor communicatie. Maar voor ons beiden is de hoofddoelstelling dat we bij de banen en clubs zijn. Daar gaat het om, daar kunnen we de meeste impact maken wat betreft onze hoofdoelstellingen: GEO-certificering en structurele speelkwaliteit. Om beide thema's uit te leggen, om het op gang te brengen bij clubs en banen en inzichten te verschaffen.'

Hoe gaat dat in zijn werk, de ondersteuning en uitleg?
Donkers: 'We gaan in gesprek op de banen waar we komen. We helpen ze om de juiste koers te kiezen en om af te komen van quick fixes. "Waar ben je, op weg naar 2020?" vragen we. "Hoe ver ben je met roodzwenk of struis, het gras waarvoor je gekozen hebt?"' Dokkuma: 'We stellen vragen en bespreken allerlei zaken om een toekomstbestendig beleid te stimuleren.'

Donkers: 'Bij een ronde over een baan zien we wat goed gaat en wat minder goed gaat. Dat bespreken we dan om aan te moedigen dat ze erover gaan nadenken. We proberen langetermijnbeleid bij de banen te stimuleren. De banen zien de verandering in beheer en zijn bijvoorbeeld al minder aan het bemesten, maar ze worstelen soms met het langetermijnbeleid om structurele speelkwaliteit te creëren en te borgen. Daarbij kunnen wij helpen.' Dokkuma: 'Duurzaamheid is op lange termijn werken. Een quick fix is letterlijk korte termijn. Een ander woord voor duurzaamheid is planmatigheid. De vragen die we stellen zijn: wat is de huidige situatie, waar wil je uitkomen over vijf of tien jaar en wat is het plan om dat te bereiken, welke stappen ga je daarvoor de komende jaren ondernemen? We benadrukken dat het doel bereiken niet even iets is wat de greenkeeper alleen doet. Een club moet het breed oppakken - met de greenkeeping, het bestuur of de directie, de baancommissie of de manager en de golfers. Communicatie is daarbij een essentieel onderdeel.'


'Het is belangrijk om te beseffen dat de vraag om duurzaam beheer uiteindelijk uit onze democratische samenleving komt’

Moeten we jullie adviseurs noemen?
Dokkuma: 'We zijn adviseurs op het gebied van de meest duurzame weg, het meest toekomstbestendige beleid. Maar we hebben niet de ambitie om met onafhankelijke golfbaanadviseurs te concurreren.' Donkers: 'We stimuleren juist dat banen met onafhankelijke adviseurs aan de gang gaan om invulling te geven aan het traject.'

De doelstellingen van de NGF zijn hierboven genoemd. Hoe staan we ervoor?
Donkers: 'Het verspreiden van de boodschap - dat we structurele speelkwaliteit moeten creëren omdat er geen quick fixes meer zullen zijn - heeft aardig gestalte gekregen. Er zijn heel veel banen die beseffen dat de wereld aan het veranderen is. Zeker de greenkeepers weten het. Maar echt stappen zetten op weg naar duurzame speelkwaliteit, dat kost nog moeite. GEO is geen certificaat dat even gehaald moet worden, het is een systeem waar clubs mee aan de gang gaan en mee blijven werken. Het behalen van het GEO-certificaat is geen doel op zich, maar een aanzet tot structureel duurzaam baanbeheer.'

Dokkuma: 'We hebben in het begin veel tijd gestoken in het praten met clubs over het belang van de monitoringvragenlijst voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, over hoe belangrijk het is dat banen de lijst jaarlijks invullen. Er is geen weerstand meer en na een paar keer attenderen vullen steeds meer clubs en banen de monitoringvragenlijst in. Het gaat beter, maar nog niet goed genoeg. Er wordt nog niet goed beseft dat we al in de blessuretijd zitten door een tijdelijke uitzondering op een gebruiksverbod.'

Donkers: 'De standaard zaken weten de clubs wel en bijna alle banen doen al aan effectiever - en dat is vaak minder - bemesting, maar er mag meer over het langetermijnbeleid nagedacht worden.' Dokkuma: 'Hoe wordt alles bijvoorbeeld geborgd? Planmatigheid is belangrijk. Een nulmeting vertelt je wat je nu aan wortellengte hebt, wat de viltdikte is, hoeveel straatgras er is, enzovoort. Begin daarmee. Om die reden is ook de duurzaamheidsladder ontwikkeld: om te zien hoe je baan ervoor staat. Vervolgens moet je nadenken waar je wilt uitkomen: een wortellengte van zo lang en een bepaald percentage straatgras. Daarna maak je een integraal plan en dat kan bestaan uit minder bemesten, minder water geven en een heel scala aan andere maatregelen.' Donkers: 'We zien echt wel dat het lastig is voor veel banen; het is veelomvattend en sommige zaken kosten tijd, waardoor je niet meteen verandering ziet. Maar de duurzame weg is op de lange termijn de beste oplossing.' Dokkuma: 'Duurzaam beheer is kostenefficiënter en leidt tot een betere kwaliteit, anders is het niet duurzaam.' Donkers: 'Je boekt al snel resultaat waardoor je meer maanden per jaar goed kunt golfen.'

Tekst loopt door onder de afbeelding


Duurzaamheidsladder voor greens
Is de transitie naar structurele kwaliteit een kwestie van door een zure appel heen bijten?
Donkers: 'Deels, maar ik ben er van overtuigd dat je duurzame speelkwaliteit kan bereiken zonder veel in te boeten op de huidige kwaliteit. Maar iedereen moet aan boord zijn: exploitant, vereniging, manager en golfers. Zodat je de juiste werkzaamheden op het juiste moment kan doen. Belangrijke toernooien moeten doorgaan, maar je moet ze in overleg op slimme data plannen.'

Hoe krijg je iedereen aan boord?
Dokkuma: 'Het is belangrijk om te beseffen dat de vraag om duurzaam beheer uiteindelijk uit onze democratische samenleving komt.' Donkers: 'Het is een grote misvatting dat alleen Niels en ik de verandering aanzwengelen of dat alleen de NGF dat doet.' Dokkuma: 'Het is ook een misvatting dat alleen één staatssecretaris of minister persoonlijk verandering wil. We leven in een democratie en de vraag om duurzaamheid komt uiteindelijk uit de Nederlandse en Europese samenleving.' Donkers: 'De golfsector in Italië moet nu al zonder gewasbeschermingsmiddelen werken. Het is niet alleen Nederland. We denken graag dat we vooroplopen, maar dat is niet zo.'

Zijn we wel een van de landen die vooroplopen?
Dokkuma: 'De Denen zijn al zo'n vijftien jaar bezig met pesticide-arm of pesticidevrij beheer. Denemarken heeft de reductie op het gebruik van pesticiden heel snel ingevoerd op sportvelden. In Nederland is het begonnen met verduurzaming van de landbouw en heeft de overheid zich pas in 2013 op de sport gericht. De Denen lopen op praktijkgebied voorop. Je hoort altijd indianenverhalen over België, maar de Belgen mogen minder dan wij. Ik durf te stellen dat Nederland op dit moment een van de meest ruime portfolio's heeft aan beschikbare pesticiden. In Zweden, Denemarken, Duitsland - in veel landen mag veel minder. In Italië mag dus inmiddels niets meer nadat het al jaren op de loer lag.'

Praten jullie bij een bezoek aan een baan alleen met greenkeepers of ook met managers en bestuurders?
Dokkuma: 'We proberen altijd een combinatieafspraak te maken, het is namelijk niet alleen een uitdaging voor de greenkeeping.' Donkers: 'Dus opdrachtgever plus uitvoerder.' Dokkuma: 'Maar het verschilt per keer. Soms zit een voorzitter erbij, bijna altijd de baancommissaris. Overigens worden alle clubvoorzitters bij de alv's van de NGF steeds nadrukkelijk op hun verantwoordelijkheden gewezen.'

Donkers: 'Hoofdgreenkeepers kunnen een beroep op ons doen om bijvoorbeeld tijdens een alv van een club een presentatie te geven over de transitie.' Dokkuma: 'We kunnen de boodschap uitleggen en laten zien dat een golfbaan in de toekomst misschien visueel verandert, maar dat de kwaliteit van tees, fairways en greens beter wordt. Eigenlijk vertellen we het verhaal van practical greenkeeping en dat komt neer op terug naar de basis te gaan, less is more. We proberen altijd de koppeling met het spel te maken, want we zijn er namens de NGF, de golffederatie.'

Wat zeggen jullie tegen greenkeepers die niet overtuigd zijn, die geen noodzaak tot verandering zien?
Dokkuma: 'De gevleugelde uitspraak is: doe het vooral voor jezelf. Het is in je eigen belang om duurzaamheid te omarmen. Het is kostenefficiënter, je levert kwaliteit op lange termijn en je zult minder stress hebben. Met duurzaam beheer en goede grassen is een golfbaan niet meer het patiëntje op de intensive care dat voortdurend om ad hoc-middeltjes vraagt.'


‘Ik durf te stellen dat Nederland op dit moment een van de meest ruime portfolio's heeft aan beschikbare pesticiden’

Wat zeggen jullie tegen clubs die vinden dat de NGF minder meegaand moet zijn, dat de golfsector in Den Haag met de vuist op tafel moet slaan en een groot medicijnenkastje moet eisen?
Dokkuma: 'Zonder een transitie naar duurzaam beheer en zonder onderbouwde data is dat kansloos. Als je nu naar Den Haag gaat en zegt dat we niet zonder pesticiden kunnen, dan glimlachen ze vriendelijk. Je krijgt een bakje koffie aangeboden en dan is het "Tot ziens, ga eerst je huiswerk maar doen." Het gaat erom dat wij cijfers en data verzamelen, dat we 100 procent monitoren wat er aan middelen gebruikt wordt en dat we een drastische afname in gebruik aantonen. Maar vergis je niet, de focus is en blijft onherroepelijk gericht op nul gebruik van pesticide. Noch de genoemde vuist noch Calimero-denken gaat hier iets aan veranderen.'

Waarom zijn data zo belangrijk?
Dokkuma: 'Omdat we anders alleen maar over meningen praten. Data en feiten geven inzicht en een overheid kan op data sturen. Als wij in Den Haag zeggen dat we niet veel gewasbeschermingsmiddelen gebruiken ten opzichte van de landbouw, dan moeten ze ons op ons woord geloven. Het gaat erom dat we data verzamelen en wat deze data weergeven. Daarom is het zo belangrijk dat alle banen de monitoringlijst invullen en een drastische afname als gevolg van duurzaam beheer aantonen. Met data laten we ook zien dat we als sector georganiseerd zijn. We tonen aan dat we niet zomaar wat doen en dat duurzaam beheer breed gedragen wordt.'

'In een brief uit juli van dit jaar van staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer, gericht aan de Tweede Kamer, kun je goed lezen waar het de overheid om gaat. Ze spreekt over kwantitatieve gegevens, ze constateert dat in onze sector een omslag plaatsvindt en dat golf een voorbeeld is voor overige sporten, dat er goed over gecommuniceerd wordt en dat de sector op dit belangrijke dossier een leidende rol inneemt. Dat wordt belangrijk gevonden, dat bevalt de overheid. De positieve woorden voor de golfsector hebben we te danken aan de goede respons van de clubs en banen op de monitoringenquête en daar zijn we heel dankbaar voor. Maar laten we vooral niet verslappen. De positieve woorden in de brief betekenen niet dat alles goed gaat en dat we niet meer zo nodig ons best hoeven te doen; dat is een gigantische valkuil. Het is niet meer dan een compliment voor de inspanningen in de afgelopen periode. Het volledig uitfaseren van gewasbeschermingsmiddelen blijft het doel van de overheid. We zijn op de goede weg, maar het goede gedrag verplicht tot meer, namelijk resultaat: het uitfaseren met behoud van de voor de golfsport zo essentiële speelkwaliteit.'

Sommige greenkeepers of managers zullen nog steeds sceptisch zijn. Wat doet het ertoe dat we op de goede weg zitten, zullen zij zeggen. Wat boeit het, want we mogen straks toch geen gewasbeschermingsmiddelen meer gebruiken?
Dokkuma: 'Uit de brief van de staatssecretaris blijkt dat de door ons ingeslagen weg strategisch de juiste is. We sluiten aan op de ambitie van de samenleving. Onze sector verzamelt data en daaruit moet gaan blijken dat het pesticidegebruik drastisch afneemt. Op basis van die data kunnen we een objectief gesprek gaan voeren. Het is geen optie om nee te zeggen tegen de transitie. Je kunt niet zeggen: "We gaan lekker door zoals we bezig waren." Daarmee ontloopt de golfsport willens en wetens de verantwoordelijkheid en doet golf afbreuk aan het eigen imago. Dat kan golf als beheerder van ruim 10.000 ha kostbare grond zich simpelweg niet permitteren.'

Je hoort veel greenkeepers zeggen dat ze zich vooral zorgen maken over onkruid op de fairways.
Dokkuma: 'Dat is helemaal terecht. Op het gebied van onkruid is een grote behoefte aan innovatie. Daniel Hahn heeft onder leiding van Bernd Leinauer, buitengewoon hoogleraar Turfgrass Ecology in Wageningen, literatuuronderzoek gedaan naar dit onderwerp. Zijn conclusie is dat er wereldwijd weinig onderzoek is gedaan naar pesticidevrij beheer van gras, laat staan van onkruid. Vandaar dat hij zich in zijn promotieonderzoek richt op onkruid.' Donkers: 'Bij innovatie kun je aan van alles denken: een best practice, een methode, een machine. Alles behalve pesticiden en liever ook geen andere quick fixes uit een gekleurd kannetje. Wat er komt, moet onderdeel zijn van een groter beheerplan op het gebied van onkruid. Gelukkig delen greenkeepers hun best practices veel meer dan vroeger. Het vak greenkeeper is totaal veranderd, vroeger zat iedereen op een eiland, nu worden dingen gedeeld. Het kan nog beter natuurlijk. Wat goed zou zijn, is als er meer studiegroepen komen. Vergelijkbare banen moeten met elkaar praten: "Hoe doe jij het?"'

Dokkuma: 'Met collega's bij elkaar zitten - een klein groepje - en verschillende zaken doornemen, dat is goud waard, dat brengt je echt verder. Wij zouden alle Nederlandse clubs en banen willen oproepen om dat te faciliteren: dat de hoofdgreenkeeper met een groepje van drie of vier collega's van andere vergelijkbare banen in de regio overleggen aan de hand van een goede agenda. Daar moet tijd voor worden gemaakt.' Donkers: 'Je moet zo'n overleg als onderdeel van je werk zien.'

Op het KLM Open is het Handboek Kwaliteit Golfbanen gepresenteerd. Wat is het doel van het boek?
Donkers: 'Het handboek dat er was is helemaal veranderd. Het is niet langer op beeldkwaliteit gericht. Het nieuwe boek, dat is gemaakt in samenwerking met de NGA en NVG, is een ondersteuning bij het bereiken van structurele speelkwaliteit.'

Dokkuma: 'Het doel is dat hoofdgreenkeepers de technische beoordelingen in het boek gaan invullen. Want het begint allemaal met inzicht: waar sta je nu? Langetermijnparameters zoals wortellengte, viltdikte, pH-waarde, straatgraspercentages - als je weet hoe je ervoor staat, dan is het handboek een tool om een plan te ontwikkelen voor duurzaam beheer en voor de Green Deal, zodat je stappen kunt gaan maken. Het handboek geeft inzicht in de huidige situatie en oorzaken én is een brug van de vakman - de greenkeeper - naar de baancommissaris of manager, zodat ze met elkaar in gesprek raken. Met het handboek kan de hoofdgreenkeeper de baancommissaris of manager een dashboard presenteren. Het is een soort stoplichtmodel: wat op rood staat, daarvoor moet je een plan ontwikkelen om op groen te komen. Iedere baancommissaris of manager begrijpt dat rood niet goed is en dat er iets moet gebeuren.'

Donkers: 'Als je over de golfbaan loopt zie je hoe het eruitziet. Maar door de tabellen en schema's in te vullen ga je de diepte in, het wordt voor iedereen duidelijk wat er onder de grasmat ligt.' Dokkuma: 'Beeld is van vandaag, morgen ziet het er al weer anders uit.' Donkers: 'De greenkeeper kan met behulp van het handboek onderbouwen waar hij mee bezig is. Hij kan laten zien dat hij op een bepaald onderdeel op oranje staat en dat hij naar groen moet. Het boek is een mooie brug tussen de praktijk en de opdrachtgever.'

Koert, jij bent oud-hoofdgreenkeeper. Is deze uitdagende periode leuk als je greenkeeper bent?
Donkers: 'Ik vind het fantastisch, want je moet als greenkeeper echt aan de bak. Je moet over alles goed nadenken, je moet goed onderzoeken hoe je bodem eruitziet, de oorzaak van problemen achterhalen, en dan de juiste werkzaamheden verrichten zodat de mensen met plezier kunnen golfen. Er wordt heel veel van je geëist.' Dokkuma: 'Duurzaam onderhoud verhoogt het vakmanschap van het beroep.' Donkers: 'Je kunt je nu nergens meer achter verschuilen, je kunt niets meer wegkleuren met pesticiden. Je moet echt practical greenkeeping laten zien en dat is het mooiste wat er is. Maar je moet daarvoor wel de ruimte krijgen van je opdrachtgever.'

Dokkuma: 'Daar moeten hoofdgreenkeepers zich ook sterk voor maken; je moet ervoor staan. Dat is communicatie en afhankelijk van persoonlijke relaties, want je moet het verhaal "verkopen" aan de baancommissie en in de club, zodat je de ruimte krijgt om eraan te kunnen werken.' Donkers: 'Hoofdgreenkeeper is niet meer het goede woord, het is in veel gevallen course manager geworden. Niet meer alleen maar maaien; je bent met beleid bezig en je moet je beleid communiceren aan je opdrachtgever.' Dokkuma: 'We zien dat heel veel hoofdgreenkeepers de handschoen oppakken. Ze zien het als een moeilijke maar leuke en interessante uitdaging.'

Jullie boodschap lijkt al goed te zijn aangekomen bij greenkeepers, commissies en managers. En bij de golfers?
Dokkuma: 'De boodschap komt langzaam maar zeker ook bij de golfers terecht. Onze filmpjes over onderhoud op golf.nl worden goed bekeken. Maar wij zijn ervan overtuigd dat de meeste impact wordt gemaakt als een golfclub of golfbaan zelf met de eigen leden en vaste golfers communiceert. De hoofdgreenkeepers, de baancommissies en clubbesturen kunnen in de eigen vereniging de meeste impact maken. Koert en ik spreken met de beheerders en zij kunnen het beste de boodschap aan de leden doorgeven. Zij moeten het op hun eigen manier vertellen. Het is niet een NGF-verhaal dat doorverteld moet worden, duurzaam beheer is iets wat een golfbaan zich eigen maakt en zelf vertelt aan leden of bezoekers.'


Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER